17.12.2019

Goede zorg is teamwork

De relatie tussen een arts en een patiënt is één van de belangrijkste relaties die er zijn. Zolang we gezond zijn, zijn we ons daar niet altijd bewust van maar zodra je ziek wordt of je lichaam anderszins begint te haperen weet je het meteen: ‘Ik ben van jou afhankelijk, van jouw kennis, je ervaring maar bovenal van je betrokkenheid.’ En ja, betrokkenheid staat boven kennis. We mogen er vanuit gaan dat elke arts goed is opgeleid na een jarenlange studie en co-schappen. Dus de arts die even iets niet weet of onzeker is kan in zijn netwerk meer kennis vergaren maar betrokkenheid vergaar je niet. De arts die niet betrokken is mist signalen en dat leidt tot extra problemen, fysiek maar ook psychisch. Problemen die voorkomen hadden kunnen worden. 

Hoewel mijn nierziekte erfelijk is weet ik niets over het beloop van het ziekteproces van mijn moeder. Simpelweg omdat ze het zelf niet eens wist. Bij mijn grootouders is deze nierziekte nooit vastgesteld, omdat ze aan iets anders zijn overleden. Mijn moeder ontdekte pas dat haar nieren slecht functioneerden toen ze achterin de zestig was. Hoe ze ervoor stond op mijn leeftijd weet ik dus niet en dat zorgde in het begin voor veel onzekerheid en gepieker. Mijn nierfunctie werd aanvankelijk regelmatig gemeten. Omdat ik graag eens wilde overleggen over het verloop, het perspectief en wat er zoal uit verschillende onderzoeken was gekomen vroeg ik een gesprek aan met één van de artsen. Op dat moment had ik nog geen vaste nefroloog en zo kwam ik weleens bij de één, dan bij de ander of bij een verpleegkundige. Ik besloot een gesprek te vragen bij de arts met wie ik de beste klik voelde, in wie ik vertrouwen had en waar ook een beetje mee te lachen viel.

De afspraak verliep plezierig. Mijn man was mee en gedrieën bogen we ons over testresultaten, het functioneren van mijn nieren op dat moment en de prognose. Bij de afsluiting volgde er echter een opmerking: ‘Ik wil nog wel even zeggen dat ik het niet oké vind dat jij bepaalt met wie je deze afspraak maakt. Wij zijn een team, die andere arts, de verpleegkundige en ik. Het kan niet zo zijn dat jij bepaalt met wie je spreekt. Wij kunnen dit allemaal.’, werd mij op enigszins strenge toon meegedeeld. Overrompeld, verbaasd, en met een rotgevoel verliet ik die dag de spreekkamer. Het gevolg laat zich raden; piekeren, ellendig voelen, me afvragen of ik hier wat over moest zeggen, anderen om hun visie vragen, om uiteindelijk na enkele dagen en onrustige nachten het er maar bij te laten zitten omdat ik geen puf had er werk van te maken. Wat rest is een vertrouwensbreuk.

Hoe anders ging het in deze ervaring:

Het was in het vroege voorjaar van 1997. Mijn oudste was een maand of vijf en hij en ik bevonden ons op de medium-care van een academisch ziekenhuis. Drie dagen daarvoor waren we met gillende sirenes met een ambulance vanuit het streekziekenhuis hierheen gebracht omdat mijn lieve mooie baby een invaginatie had. Zijn darm was in een volgend deel van de darm klem komen te zitten, dermate ernstig dat hij geopereerd moest worden door een kinderchirurg. Nu lag hij daarvan te herstellen. Ik stond als prille moeder naast zijn bedje en zag dat het helemaal niet goed ging met mijn zoon. De kinderarts kwam naast me staan en zei: ‘Ellis, jij en ik, wij zijn een team. Ik ben de arts en zie op dit moment geen reden tot extra zorg. Maar jij bent zijn moeder en jij kent hem op een manier waar ik niet bij kan. Jij bepaalt 50% van wat hier gebeurt en ik bepaal 50%. Jij ziet dat het niet goed gaat. Ik zie niet dat er iets aan de hand is. Dus ik ben over een half uur terug en dan kijken we samen opnieuw.’ Exact een half uur later meldde de arts zich weer bij mij en mijn zoon. En direct gingen alle alarmbellen af: het ging níet goed, hij werd opnieuw en met spoed geopereerd. In totaal verbleven wij twee weken in dit ziekenhuis en gedurende de hele periode voelde ik me gezien, gehoord en serieus genomen, ook op momenten die minder cruciaal waren. De zoon in kwestie is inmiddels een kop groter dan ik, 23 jaar oud en gaat flierefluitend door het leven. 

Als patiënt ben je kwetsbaar en als je angstig bent staan ook nog eens al je zintuigen op vol ontvangst. Het is zó ontzettend belangrijk om even stil te staan bij die patiënt, en écht te kijken, écht te luisteren en écht af te stemmen. Betrouwbaar zijn in wat je zegt en afspreekt is van groot belang, een patiënt die kan vertrouwen wordt rustiger zal meer ontspannen en een volwaardige gesprekspartner zijn van de arts. Het kan niet alleen maar een boel pijn, verdriet en slapeloze nachten voorkomen maar zelfs levens redden.

© Ellis Elzenga 2019

Admin - 09:03 @ Arts, Helpend | Een opmerking toevoegen